Nu de dagen nog erg guur en onder nul
zijn, heerst er ogenschijnlijke rust op de bijenstanden van Imkerij Aart van Bokkum.
Maar niets is minder waar, hoewel de
bijen niet vliegen zijn de nijvere diertjes hun best aan het doen om
het volk warm te houden tot zo’n 35 graden. In een grote tros
hangen de bijen aan de raten en snoepen constant wat van hun
wintervoorraad. Hierbij trillen ze zacht met hun vleugels om warmte
met hun vliegspieren op te wekken. Op deze manier houden ze elkaar
warm, totdat in maart de temperatuur hoger wordt en de eerste
sneeuwklokjes en narcissen gaan bloeien. Dan tuimelen ze over elkaar
richting het vlieggat de voorjaarszon tegemoet.
Op dat moment kunnen ze stuifmeel en
honing halen om hun jongen te voederen en de grote van het volk op te
bouwen. Dit volk moet op volle grote zijn van zo’n 60.000 bijen als
in april de eerste peren en de appels gaan bloeien. Dan verzamelen ze
uit de bloesem de eerste honing, stuk voor stuk worden de bloemen
bezocht en ontdaan van hun geurige nectar.
De nectar slaan ze op en zorgen dat al
het water verdampt, wat overblijft is de heerlijke zoete fruitbloesem
honing. Zo werken de bijtjes hard om eind april de eerste honing
klaar hebben voor de Poldermarkt.